Stavoren

Toen ik aan het begin van een ietwat zonnige vrijdagmiddag op station Leeuwarden de Arriva-trein naar Stavoren instapte, zat ik nog vol enthousiasme. Ik zou die middag een rustig vissersdorpje bezoeken om daar mijn nieuwste hobby te beoefenen: fotografie. Gewapend met een gloednieuwe camera, een kop koffie en oppervlakkig vergaarde kennis door het obsessief bekijken van YouTube-filmpjes over fotografie nam ik plaats aan de door mij zeer geliefde vierzitstafels van de noordelijke Arriva-treinen. In tegenstelling tot de vierzits van de NS, beschikken de vierzits van de Arriva over een gehele tafel. Hier kon ik mijn kopje koffie wel even op kwijt. Ik verwachtte een rustige treinreis. Wie stapt er dan ook om één uur ’s middags in de trein naar het eindstation Stavoren? Ik was blijkbaar niet de enige. Al snel werden de plaatsen naast mij bezet door kinderen, de variant zonder volumeknop. Brugklassers. Ze staan aan, of uit. En deze stonden aan. Het gangpad vulde zich langzaam helemaal vol en voller, tot de trein uit het hoofdstation van de noordelijke hoofdstad begon te rollen. Ik nam een slok van mijn ondertussen lauwe Albert Heijn-koffie en voelde het optimisme van me afglijden.

Eenmaal ietwat chagrijnig aangekomen in Stavoren begon mijn expeditie. Ik kwam namelijk naar Stavoren met enige verwachtingen. Ten eerste verwachtte ik, gebaseerd op basaal onderzoek (ik heb even op Google Maps gekeken), een schattig Nederlands vissersdorpje. Van zo’n vissersdorpje verwachtte ik rust en stilte. Het type dat je alleen op Waddeneilanden kunt vinden, het type stilte dat verwant is aan een eigenlijk net te irritante harde wind in je gezicht. Na de eerste honderd meter wandelen kon ik zeker stellen dat het hard waaide, maar Stavoren is absoluut geen lullig vissersdorp. De vele nieuwbouw en de ietwat ordinaire boten verraadde dat Stavoren zich geprobeerd heeft te ontwikkelen tot een recreatiegebied voor de gemiddelde Nederlandse VVD-stemmer. De enkele historische elementen van de stad moeten het doen met een plek op de achtergrond. Zo staan er in de haven nog wel een paar oud uitziende vissersboten en door het dorpje lopen kanalen waaraan oude arbeiderswoningen, geflankeerd door grote nieuwbouw, staan. Sporen van een rijke geschiedenis zijn er alleen niet in overvloed. Het enige wat zich in Stavoren in grote getale bevond, zijn de hordes Duitse toeristen. Elk persoon dat ik aansprak beantwoordde mijn “Hallo” met een “Guten Tag”.

Is Stavoren dan helemaal niks? Dat wil ik absoluut niet zeggen. Ik kan best toegeven dat een wandeling langs het water met een stevige tegenwind in m’n gezicht gewoon genieten is. Daarnaast is het er, ondanks de Duitse toeristen, lekker rustig. Aan het einde van de middag liep ik dertig minuten langs de dijk zonder maar één persoon tegen te komen. Mij kun je niet gelukkiger krijgen. Daarnaast word je in Stavoren begroet door een standbeeld van een gigantische, lelijke vis, wat wil je nog meer? Dat dit standbeeld blijkbaar symbolisch zou moeten zijn voor het verlies aan visserij in het dorp was mij niet meteen duidelijk. Dat werd mij, zij het een stuk minder symbolisch, wel duidelijk door de gesloten viskraampjes, die volgens Google Maps eigenlijk de hele dag open zouden moeten zijn. Ik haal wel wat kibbeling in Leeuwarden.